Inbreuk door fotografen
Rechten op de achtergrond
Tot nu toe ging het in dit hoofdstuk om inbreuken door anderen op het auteursrecht van fotografen. Maar omgekeerd moeten fotografen zelf ook zorgen dat zij geen inbreuk maken op andermans rechten. Bij het fotograferen van kunstwerken in de publieke ruimte moeten zij zich bijvoorbeeld aan bepaalde regels houden. Doen zij dat niet, dan lopen zij het risico dat de maker van het kunstwerk zich tegen publicatie van de foto's verzet.
In paragraaf 6.6 komt dit onderwerp nader aan de orde. Bij het fotograferen van kunstwerken in niet-openbare ruimten zal de fotograaf helemaal voorzichtig te werk moeten gaan. Wanneer hij bijvoorbeeld een interieurfoto maakt met op de achtergrond een kunstwerk, dan kan de maker daarvan zich in veel gevallen tegen publicatie verzetten. De rechter heeft dit duidelijk gemaakt in de zogenaamde Boogschutter-uitspraak uit 1994. De Volkskrant had een interview geplaatst met Hagemeyer-directeur Andrew Lander. De tekst was geïllustreerd met een kunstzinnig bedoelde portretfoto in zijn kantoor. De fotograaf had Lander bewust laten poseren naast een beeldhouwwerk van een boogschutter. Het leek alsof de boogschutter zijn pijl op het hoofd van Lander gericht hield. Stichting Beeldrecht vorderde namens de beeldhouwer schadevergoeding wegens auteursrechtinbreuk omdat het beeldhouwwerk te prominent in beeld zou zijn gebracht. De rechter stelde Beeldrecht in het gelijk. Het kan natuurlijk gebeuren dat voor een fotograaf de tijdsdruk dermate groot is en het praktisch onmogelijk is om in de ruimte waarin de geïnterviewde zich bevindt een foto te maken zonder een of meer (delen van) schilderijen, beelden of andere werken op de achtergrond in beeld te brengen. In dat geval zal de wijze waarop het werk op de foto is afgebeeld de doorslag geven. In deze zaak vond de rechter dat het beeldhouwwerk niet toevallig was afgebeeld, maar juist met opzet (gedeeltelijk) op de foto was gezet. Bovendien zou de boogschutter in zodanige proporties zijn afgebeeld dat het beeld de foto en de sfeer ervan in belangrijke mate had bepaald. Het verweer van de Volkskrant dat een verbod zou neerkomen op een ontoelaatbare inbreuk op de vrijheid van informatie mocht niet baten. Volgens de rechter vergt nieuwsverslaggeving niet dat een kunstwerk op zo'n prominente wijze openbaar wordt gemaakt.