Diversen

Auteursrecht

Wanneer u iets origineels heeft gemaakt, wilt u natuurlijk niet dat iemand anders daar zomaar mee vandoor kan gaan. Daarom…

Wanneer u iets origineels heeft gemaakt, wilt u natuurlijk niet dat iemand anders daar zomaar mee vandoor kan gaan. Daarom is het auteursrecht in het leven geroepen. Het auteursrecht maakt het mogelijk dat iedereen die werken creëert als enige mag beslissen over de exploitatie van die werken en dat die werken bovendien worden beschermd tegen misbruik door anderen. Mede dankzij het auteursrecht blijven mensen creatief.

In artikel 1 van de Auteurswet wordt het auteursrecht als volgt omschreven:

"Het auteursrecht is het uit sluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld."

In eerste instantie komt het auteursrecht op zo'n werk toe aan de maker van het werk, en wel vanaf het moment dat hij of zij het werk gemaakt heeft. Het auteursrecht hoeft niet altijd in handen van die maker te blijven. Het recht kan namelijk overgaan op iemand anders, bijvoorbeeld als de maker zijn of haar auteursrecht verkoopt. Als de maker het auteursrecht altijd zelf heeft gehouden, dan zal het uiteindelijk in handen komen van zijn of haar erfgenamen. Degene die het auteursrecht krijgt overgedragen of erft, is vanaf dat moment de nieuwe 'auteursrechthebbende' op het werk.

Wie auteursrecht heeft op een werk beschikt over twee exclusieve rechten: het alleenrecht om het beschermde werk openbaar te maken en het alleenrecht om het te verveelvoudigen. Dat betekent dus dat ieder ander dan de auteursrechthebbende niet zomaar op eigen houtje het beschermde werk mag gaan openbaar maken en/of verveelvoudigen. Daarvoor is – in beginsel - de voorafgaande toestemming van de auteursrechthebbende nodig. Die heeft immers als enige de auteursrechtelijke zeggenschap over het werk.

Naast de hierboven genoemde exploitatierechten krijgt elke maker van een werk persoonlijkheidsrechten. Die rechten, die ook wel 'morele rechten' worden genoemd, kunnen niet in handen van iemand anders komen en blijven dus bij de maker, ook als de maker zijn of haar auteursrecht (dus het openbaarmakings- en verveelvoudigingsrecht) aan een ander zou hebben verkocht.

Het auteursrecht is een onderdeel van het rechtsgebied dat het 'intellectueel eigendomsrecht' wordt genoemd. Daartoe behoren naast het auteursrecht en de daarop lijkende naburige rechten ook het merkenrecht, het octrooirecht, het modellenrecht en het handelsnaamrecht.

Er zijn enkele beperkingen op het auteursrecht waar fotografen op moet letten:

  • Het portretrecht geeft mensen die op een foto staan afgebeeld ook rechten.
  • Het recht van andere auteurs: de fotograaf moet rekening houden met het auteursrecht van de maker van een werk dat hij fotografeert, bijvoorbeeld een gebouw. Een foto kan ook door meer personen dan alleen een fotograaf zijn gemaakt. Bij het fotograferen van een interieur kan een stylist betrokken zijn, die ook auteursrecht heeft.
  • Het citaatrecht; een foto kan gebruikt worden als citaat, bijvoorbeeld in een recensie. Daarvoor is geen toestemming vereist, wel moet de naam van de fotogaaf worden vermeld. De foto mag nooit zoveel nadruk krijgen dat hij een zelfstandig onderdeel wordt, los van de tekst. Het formaat moet duidelijk afwijken van het geciteerde origineel. Het citeren mag de fotograaf geen economische schade berokkenen.
  • Als de fotograaf in loondienst werkt berust het auteursrecht bij zijn werkgever, tenzij daar andere afspraken over gemaakt zijn.

Onderhandelen

Onderhandelen: "We can be fast, good and cheap. Choose any two." Onderhandelen. We houden er niet van, maar doen het…

Onderhandelen: "We can be fast, good and cheap. Choose any two."

Onderhandelen. We houden er niet van, maar doen het dagelijks. Wij vinden het moeilijk als onderhandelen onszelf betreft, als wij onszelf waarde moeten toekennen.

Onderhandelen is niets meer dan een transactie tussen twee partijen waarbij elk op voordeel uit is. Daar hoeft geen vijandschap aan te pas te komen. Redelijkheid en een ontspannen houding zijn genoeg. Zie de ander niet als tegenstander. Probeer elkaars doelen te doorgronden. In wezen zijn die hetzelfde: het beste product voor de beste prijs.

Voor menig inkoper is onderhandelen een spel: de sport om scherp in te kopen. Niet omdat het te duur is, niet omdat het goedkoper moet, maar om het plezier dat ze eraan beleven een ander in de tang te nemen. Bedenk dan:

"There are men who can write poetry, and there are men who can read balance sheets. The men who can read balance sheets cannot write." (Henry R. Luce)

Probeer plezier aan het onderhandelen te beleven. Fixeer je niet op geld, maar geniet van het spel. Wees niet bang. Leer van John F. Kennedy: "Let us never negotiate out of fear. But, let us never fear to negotiate."

Gebruik je omgeving als oefenmateriaal. Krijg je je partner met geen stok naar het voetbalstadion of de Huishoudbeurs? Willen je kinderen hun kamer niet opruimen? Ga erover in onderhandeling. Wees je die onderhandelingen bewust. Let op jezelf en op de effecten. Stel voor jezelf vast tot welke prijs je zou willen gaan en kijk wat er nodig is om je doel te bereiken. Als je het spel goed speelt, voelen onderhandelingen helemaal niet als zodanig, maar lijken ze op gewone gesprekken.

Jij hebt iets wat de inkoper niet heeft: je talent. Hij heeft iets wat jij wilt hebben: geld. Jullie hebben iets met elkaar te ruilen. Het is zaak ervoor te zorgen dat jullie allebei beter worden van die ruil.

Menig inkoper vraagt offertes aan omdat hijzelf geen flauw idee heeft van de kosten. Door gebrek aan kennis is elke offerte dan altijd schrikken. Dat hoort bij de vijf stadia van een project: enthousiasme, ontnuchtering, zoeken van schuldigen, straffen van onschuldigen, belonen van hen die er niets mee te maken hadden.

Een inkoper van een multinational beleefde er plezier aan om zijn leveranciers uit te knijpen, hun werk voor absolute bodemprijzen in te kopen. Toen hij naar het gevoel van een fotograaf te ver gegaan was, beperkte die in zijn laatste offerte het gebruiksgebied tot Nederland. De inkoper las er overheen en tekende voor akkoord. Voor elk volgend land – en het betrof een wereldwijde campagne – was een toeslag verschuldigd. De fotograaf kreeg zelfs meer dan hij oorspronkelijk geoffreerd had. De inkoper vatte het sportief op, hij had zijn meerdere gevonden.

Ooit merkte ik bij een reclamebureau dat van zijn vaste leveranciers een omzetbonus eiste. Hoe meer op jaarbasis werd omgezet, hoe hoger de bonus. Later, toen ik al jaren weg was bij dat bureau, vertelde een leverancier me dat hij wist van onze inkoopmethoden. Hij had zijn prijzen daarom op voorhand verhoogd. Na aftrek van die jaarlijkse bonus hield hij zelfs meer over dan bij klanten die géén omzetbonus bedongen.

Als je het moeilijk vindt om voor jezelf op te komen, fingeer je een derde partij. Zeg dat je moet overleggen en dat je er morgen op terugkomt. Zeg dat jouw accountant je verbiedt om het voor minder te doen. Leer het spel! Onderhandel altijd. Wees niet benauwd. Probeer meer geld te krijgen. Geld is trouwens maar één aspect van het onderhandelen. Prijs, kwaliteit en tijd zijn de basisingrediënten.

Maak je offerte. Wat zijn je kosten, wat wil je er in redelijkheid aan verdienen. Dat is de basis, de bottom line. Bouw ruimte voor onderhandelingen en heb alternatieven achter de hand. Kijk bijvoorbeeld of je naast de drie gevraagde foto's binnen het budget nog een vierde zou kunnen maken. Als alles er staat en iedereen er is en de dag verloopt voorspoedig, zou je dan niet nog een vierde foto kunnen maken? Mooi. Hou die vierde foto in de mouw voor als de onderhandelingen vastlopen. Vier voor de prijs van drie, als dat geen mooi aanbod is...

Heb alternatieven achter de hand. Gebruiksdoel, gebruiksduur, gebruiksgebied zijn ook spelelementen. Exclusiviteit, voorschotnota, betalingstermijn, beeldbewerking: er is altijd wisselgeld. Hou dat achter de hand.

Specificeer. Je opdrachtgever is de Nederlandse vestiging van een multinational met een klinkende naam op de gevel, honderden, zo niet duizenden mensen op de loonlijst en kantoren in tig landen. Jij bent een zzp'er die onder eigen naam werkt. Niks geen beursgenoteerde onderneming. Jouw offerte is misschien net zo hoog als het week-, maand- of jaarsalaris van de inkoper tegenover jou. Die denkt dat jij er op binnenloopt. Daarom: specificeer. Wees zo gedetailleerd mogelijk. Laat zien dat het bedrag waar jij het werk voor doet is opgebouwd uit allemaal kleinere postjes.

Geld is maar een deel van de onderhandelingen. Zorg dat het niet alleen over geld gaat. Het gaat ook over jouw toegevoegde waarde. Maak die groot.

Betoon je enthousiasme. Complimenteer de art director met diens idee.

"Flattery is the infantry of negotiations." (Lord Chandos)

Zoek vervolgens ruimte om de klus naar je toe te trekken. Hoe en waar kan je die leuk maken voor jezelf. Pak de klus niet van de art director af, maar probeer er iets van jezelf aan toe te voegen. Doe dat rustig, zonder te dwingen, zonder de art director het gevoel te geven dat je het eigenlijk maar niks vindt. Doe suggesties voor verbeteringen en toevoegingen. Probeer het jouw foto te laten worden. Straks wil je die immers graag in je portfolio, op je site en aan het einde van het jaar wil je hem naar competities in kunnen sturen. Probeer van toegevoegde waarde te zijn. Draag ideeën aan, zonder met het concept van de art director op de loop te gaan. Toon je enthousiasme, overtuig ze van je toegevoegde waarde. Dan is geld nooit de doorslaggevende factor.

Blijf met beide benen op de grond. Er zijn "art directors-foto's" en er zijn "fotografen-foto's". Beelden uit de eerste categorie zijn helemaal door de art director voorgekookt. De fotograaf is alleen nodig om de technische vertaalslag van idee naar beeld te doen. Je inbreng is relatief beperkt. Elke fotograaf zou deze foto moeten kunnen maken. Je bent dus uitwisselbaar.

Beelden uit de tweede categorie leunen zwaar op de inbreng van de fotograaf. De art director heeft een vaag idee, een droom en hij heeft een fotograaf nodig om dat beeld vorm te geven. Hier is jouw inbreng cruciaal. Je kunt de klus helemaal naar je toetrekken, het idee van de art director optillen. Een kans om samen met de art director te excelleren. Je kunt twee reuzen worden die op elkaars schouders staan.
Probeer, als dat maar even kan, van een "art directors-foto" een "fotografen-foto" te maken. Doe iets extra's. Een fotograaf maakte altijd werkopnames: de art director in de set, op locatie, met het model, met de hele crew. Zo'n foto stuurde hij ingelijst als kerst- en nieuwjaarswens naar de art director.

Offreer reëel. Dit zijn je kosten, dit wil je eraan verdienen. In principe moet iedere klus goed zijn voor zowel je portfolio als voor je bankrekening. Als die twee niet samengaan, moet in ieder geval één van de twee gedijen: òf je portfolio, òf je bankrekening.

"Never, ever suggest they don't have to pay you. What they pay for, they'll value. What they get for free, they'll take for granted, and then demand as a right. Hold them up for all the market will bear." (Lois McMaster Bujold, A Civil Campaign, 1999)

Tips:

  • Bereid je voor. Kijk naar eerder gemaakt werk, kijk naar het klantenpakket. Informeer bij vakgenoten hoe de opdrachtgever bekend staat. Hard zakelijk? Fatsoenlijk? Creatief? Traag van betalen?
  • Kies de juiste stoel. Kijk niet tegen het licht in, ga niet in een lagere stoel zitten dan de inkoper. Ga, als je harde onderhandelingen verwacht, dichtbij de inkoper zitten, zodat je elkaar kunt aanraken. Schep in geen geval afstand, er is straks al genoeg te overbruggen.
  • Vertel nooit hoe goed je bent. Laat ze dat zelf bedenken.
  • Wees inschikkelijk. Betoon je oplossingsgericht.
  • Gooi niet al je argumenten tegelijk op tafel, maar een voor een.
  • Spreek met autoriteit. Jij bent de vakman. Formuleer stellig, zonder defensief te klinken.
  • Praat niet over geld. Praat over de klus. Vertel wat jij ervan maken wilt. Enthousiasmeer, wek hun begeerte op. Zorg dat er één gedachte bij hen postvat: "Dit willen wij. Hier gaan we voor, wat het ook moge kosten."
  • Laat de ander over geld beginnen. Probeer het budget te achterhalen. Als blijkt dat het zelfs niet in de buurt kom van wat jij nodig denkt te hebben, heeft verder praten geen zin. Dan kan je beter meteen over een alternatieve aanpak beginnen. Hoe dan ook, laat je niet verleiden om als eerste een bedrag te noemen.
  • Durf stiltes te laten vallen. Hou je mond, zeg hooguit "Hmmm" en frons daarbij je wenkbrauwen alsof je ernstig zit te overwegen. Zwijg vervolgens net zolang tot de ander de ongemakkelijke stilte doorbreekt.
  • Let op lichaamstaal. Neem een open, coöperatieve houding aan. Leun naar voren, schuif je stoel niet achteruit.
  • Vraag, als de opdracht aan je neus voorbij gegaan is, wie hem wél gekregen heeft en waarom. Kijk in de media wat die ander ervan gebakken heeft.
  • Houd een databastand bij. Voor wie heb je geoffreerd (wie was de inkoper, wie was er creatief verantwoordelijk, wat behelsde de klus), wat is er met je offerte gebeurd, wie heeft de klus gekregen, hoelang duurde het voor je een reactie kreeg, hoelang geleden heb je voor het laatst voor die opdrachtgever een offerte uitgebracht. Analyseer die gegevens en doe er je voordeel mee.
  • Ja heb je, nee kun je krijgen. Vraag wat je voor de klus nodig hebt. Als je niets vraagt, krijg je ook niets. Ga niet op de stoel van de klant zitten. Denk niet op voorhand dat die het toch wel te duur zal vinden.

"There is no need to judge yourself. Plenty of people are happy to do it for you." (Harsh K. Luthar)

Wees redelijk, wees rationeel, wees gezond pragmatisch. Maar wees geen dief van je eigen portemonnee.

Als laatste, om uit te printen en boven je bureau aan de muur te hangen:

"If you don't do it excellently, don't do it at all. Because if it's not excellent, it won't be profitable or fun, and if you're not in business for fun or profit, what the hell are you doing there?" (Robert Townsend)

tekst: Pim Milo

Incasso

Als je alles goed hebt gedaan, de offerte is ondertekend, de voorwaarden van de FotografenFederatie zijn geldig verklaard en je…

Als je alles goed hebt gedaan, de offerte is ondertekend, de voorwaarden van de FotografenFederatie zijn geldig verklaard en je hebt gekeken naar de betrouwbaarheid van je klant, dan kun je toch te maken krijgen met wanbetalers. Wat doe je dan?
Pak zelf de telefoon. Niet uitstellen maar gewoon doen. Als je een betalingstermijn hebt gesteld dan moet je jezelf daar ook aan houden, anders neemt niemand je serieus. Het is helemaal niet nodig om meteen boos te vragen waar de betaling blijft. Beter is om te vragen of alles naar wens is verlopen, of er nog op- en aanmerkingen zijn. Vaak laat de klant dan zelf al snel weten dat men wil betalen en dat het er aan komt. Mochten er misverstanden zijn dan kun je deze nu wegnemen. Wijs de klant op de voorwaarden die jullie hebben afgesproken en laat de klant weten dat ze nu moeten betalen.

Betalingsherinnering

Stuur een vriendelijke herinnering waarin je wijst op de openstaande rekening, vermeld het factuurnummer, factuurdatum, bedrag en vervaldatum. Noem in je brief een nieuwe betalingstermijn en vermeld tot slot vriendelijk: "Indien u de factuur reeds voldaan heeft, dan kunt u deze herinnering als niet-geschreven beschouwen."

In het algemeen betalen de meeste klanten nu alsnog. Je moet er rekening mee houden dat sommige bedrijven pas betalen wanneer de herinnering ontvangen is. Als een klant wel wil, maar niet kan betalen kun je een betalingsregeling afspreken.

Wanneer de factuur na een eerste betalingsherinnering nog niet betaald is, kun je nog een tweede herinnering sturen. Belangrijk is dat de klant voldoende gelegenheid heeft gekregen om te betalen, in het algemeen wordt aangenomen dat dit het geval is als er na twee schriftelijke herinneringen nog altijd geen betaling volgt.

Men betaalt niet

Stuur een aanmaning (een 'ingebrekestelling'). Je geeft hierin de klant een laatste kans om te betalen. Stel een duidelijke termijn; bij voorkeur 14 dagen. Je vermeldt dat bij overschrijding van deze betalingstermijn de klant in verzuim is en je een incassoprocedure zult starten en de wettelijke rente en de kosten voor de invordering voor rekening van de klant zullen zijn. Het is het beste om de aanmaning per gewone post en aangetekend te versturen. Doe je dit niet dan is het verstandig om na het versturen van de aanmaning de klant nogmaals te bellen en te wijzen op de verder consequenties bij het uitblijven van een betaling.

Incasso

Als er nog steeds niet betaald is, kun je de vordering uit handen geven aan een incassobureau of een gerechtsdeurwaarder. De kosten zijn voor de wanbetaler. Meestal bedragen deze 15% van het uitstaande bedrag.
Maak je gebruik van een incassobureau dan dien je jezelf vooraf goed te laten voorlichten over de manier waarop zij handelen. Een al te onbeschofte manier van handelen kan je relatie met een klant definitief verstoren. Let goed op of je niet opdraait voor alle kosten indien een klant failliet wordt verklaard. Een incassobureau heeft geen bevoegdheid tot beslaglegging en kan om vorderingen te innen in feite niet meer doen dan je zelf kunt (bellen en brieven schrijven).

Gerechtsdeurwaarders zijn door de Kroon benoemd en kunnen gerechtelijke procedures afhandelen (deze is bevoegd tot het betekenen van de dagvaarding en het executeren van het vonnis).

De rechter

Wanneer betaling uitblijft dan kun je ervoor kiezen om het voor de rechter te laten komen. Als de vordering onder de € 5.000 blijft, dan is de kantonrechter de aangewezen rechter (er is onlangs wetgeving aangenomen met betrekking tot verhoging van de competentiegrens van de kantonrechter naar € 25.000, deze zal waarschijnlijk pas per 1 juli 2011 van kracht worden). In de kantonprocedure kan men zichzelf vertegenwoordigen, men heeft hiervoor geen advocaat nodig.

Vorderingen boven de € 5.000 komen bij de rechtbank. Bij de rechtbank is een advocaat nodig. De kosten hiervoor komen in beginsel voor rekening van de wanbetaler. Ook hier geldt weer: als er een faillissement volgt dan zijn de kosten voor het proces voor eigen rekening.

De tenuitvoerlegging (executie) van het vonnis moet door een gerechtsdeurwaarder geschieden. Ter beperking van de kosten is het verstandig contact op te (laten) nemen met de wederpartij om te proberen deze te bewegen om alsnog vrijwillig aan het vonnis te voldoen. Levert dit geen resultaat op, dan kunt u met het vonnis naar de deurwaarder en dan voert deze het vonnis uit. Er kan besloten worden tot het leggen van (loon)beslag of in het uiterste geval met het aanvragen van een faillissement. Alle met executie van een vonnis gepaarde kosten komen altijd voor rekening van de debiteur.

Tips:

  • Stuur meteen een factuur na afronding van je opdracht. Hoe sneller je stuurt hoe eerder je betaling binnen is.
  • Zorg dat je weet hoe je klant ervoor staat. Bij twijfel kun je aanvullende betalingsvoorwaarden stellen, bijvoorbeeld een hogere aanbetaling.
  • Wacht niet te lang met aanmanen.
  • Probeer je relatie met de klant professioneel te houden. Stuur geen emotionele brieven en probeer niet kwaad te worden aan de telefoon. Als je lang wacht met bellen is de kans groter dat je boos wordt tijdens het gesprek.
  • Het is belangrijk om niet meteen aan juridische stappen en/of incassobureaus te denken, dit is tijdrovend, duur en (vaak niet) effectief. Er is veel dat je zelf kunt doen. Belangrijk is om veel contact te houden met wanbetalers.

Dit artikel is op bepaalde punten aangevuld met dank aan de input van de heer Rob Persoon van adSolvendum Incassodiensten te Almere.

Leidraad over de positie van de persfotogafen bij politie-optreden

1. Inleiding In de afgelopen jaren is een aantal malen de behoefte gebleken aan een uiteenzetting over de grondrechten waarop…

1. Inleiding

In de afgelopen jaren is een aantal malen de behoefte gebleken aan een uiteenzetting over de grondrechten waarop de pers zich kan beroepen en over de bevoegdheden om deze ten behoeve van politieoptreden te beperken. In 1980 hebben de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken een leidraad over de positie van de pers bij politieoptreden opgesteld. Deze leidraad is thans herzien. De in 1981 door de procureurs-generaal bij de gerechtshoven vastgestelde richtlijn "Journalisten in actiesituaties" maakt nu deel uit van de leidraad. Ook is de oorspronkelijke passage over het inbeslagnemen van foto- en filmmateriaal herschreven en ondergebracht in een afzonderlijke paragraaf. Duidelijker dan voorheen wordt nu vermeld wie bevoegd zijn journalistiek materiaal in beslag te nemen. Tenslotte wordt aandacht besteed aan de vernieuwde landelijke politieperskaart die op 1 januari 1988 is ingevoerd.

2. Vrijheid van meningsuiting

In artikel 7 van de Grondwet zijn waarborgen neergelegd ten behoeve van de vrijheid van meningsuiting. Artikel 7 onderscheidt uitingen via de drukpers, radio- en televisie-uitzendingen en andere uitingen. Centraal daarin staat het absoluut verbod van preventieve censuur, dat wil zeggen dat het een overheidsorgaan verboden is een voorgenomen uiting vóóraf te toetsen. Wel is toegestaan de gedane uiting achteraf te toetsen op de naleving van wettelijke voorschriften.
Artikel 7 bepaalt dat niemand voorafgaand verlof nodig heeft om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Deze laatste zinsnede betekent dat alleen bij de wet en onder uiteindelijke controle van een rechterlijke instantie dit recht kan worden beperkt. Voor een radio- en televisie-uitzending geldt dat er geen voorafgaand toezicht is op de inhoud ervan; hieronder wordt ook de vormgeving van het uitgezondene begrepen. De waarborgen die zijn vervat in artikel 7 gelden niet voor het maken van handelsreclame

Naast het recht op vrijheid van meningsuiting is in artikel 10 van het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en in artikel 19 van het Internationale Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten met zoveel woorden het recht van iedereen inlichtingen te ontvangen en door te geven neergelegd; het laatstgenoemde verdrag voegt hier nog het recht inlichtingen te verzamelen aan toe. Op deze verdragen kan in Nederland rechtstreeks een beroep worden gedaan.

3. Positie van de pers

De pers heeft een bijzondere maatschappelijke functie bij de realisering van de vrijheid inlichtingen te verzamelen en door te geven en van de vrijheid van meningsuiting. Voor de vorming van de openbare mening over het doen en laten van de overheid is die functie van wezenlijk belang. Het is daarom wenselijk dat journalisten, wanneer dat mogelijk is, hun journalistieke werk ook kunnen doen op plaatsen waar het publiek niet kan worden toegelaten. Journalisten kunnen zich dan met hun politieperskaart (zie punt 9) als zodanig legitimeren.

4. Beperking van de mogelijkheid informatie te vergaren

Artikel 2 Politiewet draagt de politie op in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde. De handhaving van de rechtsorde omvat:
1. de handhaving van de openbare orde, waarbij de politie ondergeschikt is aan de burgemeester (artikel 35 Politiewet);
2. de justitiële politietaken (opsporing van strafbare feiten, aanhouding van verdachten), waarbij de politie ondergeschikt is aan de officier van Justitie (o.a. artikelen 148 en 156 Wetboek van Strafvordering).

Zowel bij de handhaving van de openbare orde als bij de uitvoering van justitiële politietaken kunnen zich situaties voordoen, waarin maatregelen moeten worden getroffen om feitelijke hinder door omstanders bij het politieoptreden tegen te gaan. Soms blijkt het bijvoorbeeld nodig, een gedeelte van de openbare weg voor het publiek af te sluiten. Bij ordeverstoringen komt het ook voor, dat de politie aan een ieder het bevel geeft zich te verwijderen. Zulke maatregelen kunnen voor journalisten een beperking meebrengen van de mogelijkheid ter plekke informatie te vergaren. De algemene taakomschrijvingen geven de politie de bevoegdheid maatregelen te treffen om te voorkomen dat omstanders in gevaar komen of de politie voor de voeten lopen

De maatregelen mogen er niet op gericht zijn bepaalde publikaties onmogelijk te maken; dat zou in strijd zijn met de in artikel 7 Grondwet gewaarborgde vrijheid van meningsuiting. Onder "publikaties" worden ook verstaan: foto- en filmreportages en radio-opnamen.

5. Journalisten in actiesituaties

Naar aanleiding van een aantal incidenten in het verleden hebben de procureurs-generaal bij de gerechtshoven op 14 juli 1981 een opsporingsbeleid geformuleerd met betrekking tot journalisten "in actiesituaties".
Deze regeling houdt het volgende in:
In beginsel wordt er door de politie van afgezien een journalist aan te houden, die aanwezig is bij een kraakactie, ontruiming, protestactie of demonstratie, indien deze
a. zich als journalist kan legitimeren (bijv. door middel van de landelijke politieperskaart);
b. zich onthoudt van daden die niet geacht kunnen worden samen te hangen met zijn beroepsuitoefening.

Deze beperkte "vrijwaring" van aanhouding betekent niet dat de journalist ook op een later tijdstip zou zijn gevrijwaard van opsporings- en vervolgingsmaatregelen. Evenmin kan hij zich verzetten tegen ordemaatregelen die tegen alle aanwezigen ter plaatse worden getroffen.
De bovenstaande regeling heeft tot doel dat de journalist zijn taak bij acties zo goed mogelijk kan vervullen. Indien immers tegen een journalist vrijheidsbenemende maatregelen worden getroffen zal hij als regel te laat met zijn verslag van de actie komen voor de editie of uitzending van die dag. Een bijzondere regeling voor de journalist vindt zijn rechtvaardiging in het algemene belang dat de pers in onze samenleving vervult.

6. Buitengewone omstandigheden

In buitengewone omstandigheden (oproer, ernstige verstoringen van de openbare orde, gijzelingsacties en rampen, dan wel ernstige vrees voor het ontstaan ervan) kan de burgemeester op grond van de artikelen 175 en 176 van de Gemeentewet bevelen geven of algemene voorschriften afkondigen ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar. Deze uitgevaardigde bevelen of voorschriften kunnen mede ge-richt zijn op een beperking van de mogelijkheden informatie te vergaren.

Zo kan het nodig zijn te voorkomen dat er in de omgeving van de plaats waar een gijzeling plaatsvindt bepaalde situaties, gebeurtenissen of objecten worden waargenomen of op beeld worden vastgelegd. De burgemeester kan, als de omstandigheden hiertoe noodzaken, algemene
voorschriften afkondigen op grond waarvan het personen, die middelen voor het vastleggen van beelden of geluiden bij zich hebben, verboden is zich in een bepaald gebied op te houden. Overtreding van zo'n voorschrift is strafbaar volgens artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht. Foto- en filmmateriaal kan, wanneer het strafbare feit ermee is begaan, door de politie in beslag worden genomen. Het is uiteindelijk aan de rechter te bepalen of het inbeslaggenomen materiaal wordt verbeurd verklaard, aan het verkeer wordt onttrokken dan wel wordt teruggegeven.

7. Inbeslagneming van journalistiek materiaal

Journalistiek materiaal kan, in gevallen omschreven in het Wetboek van Strafvordering, in beslag genomen worden. Journalisten kunnen op twee-erlei wijze met inbeslagneming geconfronteerd worden.
A. De politie kan, al of niet in opdracht van een (hulp)officier van Justitie een journalist, als verdachte van het plegen van een strafbaar feit, aanhouden en al hetgeen hij ter plekke bij zich heeft in beslag nemen.
Er dient dan wel een rechtstreeks verband te bestaan tussen een gepleegd strafbaar feit en het journalistieke materiaal waarmee dat feit is begaan. De journalist wordt dan aangehouden zoals elke burger.
Het is, als het tot een vervolging komt, aan de onafhankelijke rechter om uiteindelijk te bepalen wat er met het eventueel in beslag genomen – nog niet gepubliceerd – materiaal gebeurt.

B. Journalistiek materiaal kan voorts op last van de onafhankelijke rechter (de rechter-commissaris) in beslag genomen worden, indien dit materiaal – naar het oordeel van de rechter – kan dienen om in een gerechtelijk vooronderzoek de waarheid aan het licht te helpen brengen.
N.B.: In de gevallen waarin in beslag genomen foto- of filmmateriaal ontwikkeld moet worden is een deskundige behandeling vereist. Zo mogelijk zal hierbij in overleg met de rechthebbende de film behandeld moeten worden. Gelet op de aard van het journalis-tieke werk verdient het aanbeveling dat zo spoedig mogelijk een beslissing over teruggave van in beslag genomen foto- en filmmate-teriaal wordt genomen. Zeker dat materiaal dat in het verdere onderzoek niet van belang is.

8. Mogelijkheden tot het doen van beklag

Ook als politie en pers terdege bekend zijn met de in deze leidraad geformuleerde normen, kunnen – juist in moeilijke situaties – meningsverschillen optreden tussen politie en media. Vooral als het gaat om de noodzaak van een maatregel die journalisten in hun werk belemmert. Het is daarom van belang dat journalisten zich in zulke situaties kunnen wenden tot een politiefunctionaris die voor contacten met de pers is aangewezen teneinde voorzieningen op korte termijn te kunnen realiseren.

Daarnaast staan journalisten dezelfde mogelijkheden ter beschikking voor het indienen van klachten als aan anderen, nl. bij de korpsleiding, de burgemeester of de officier van Justitie. In een aantal gemeenten is een "klachtenregeling tegen politieoptreden" van kracht.
Klachten over een bepaald politieoptreden kunnen ook ingediend worden bij de Nationale Ombudsman.

Bezwaren tegen inbeslagneming van journalistiek materiaal moeten inge-diend worden bij de in artikel 552a Wetboek van Strafvordering aange-geven rechter. Dit geldt ook ten aanzien van het gebruik van in beslag genomen voorwerpen en het uitblijven van een last tot teruggave.

Heeft men bezwaar tegen de uitvaardiging van een algemeen voorschrift door de burgemeester op grond van artikel 176 Gemeentewet dan kan men de Commissaris van de Koningin in die provincie verzoeken dat voorschrift te schorsen.

N.B. – Journalisten kunnen zich over een bepaald overheidsoptreden ook beklagen bij de diverse journalistieke beroepsorganisaties. – De politie kan zich over een journalistiek optreden beklagen bij de verantwoordelijke hoofd- c.q. eindredacteur en kan zich altijd met een klacht wenden tot de Raad voor de Journalistiek in Amsterdam.

9. Landelijke politieperskaart

Voor een goede beroepsuitoefening moeten journalisten, die met name het politieterrein werkzaam zijn, beschikken over een politieperskaart. Sinds 1980 wordt door de Stichting Landelijke Politieperskaart te Amsterdam een landelijke kaart uitgegeven. Een ieder die kan aantonen journalist van hoofdberoep te zijn en die een professioneel belang bij zo'n kaart heeft, wordt in het bezit van die politieperskaart gesteld.

De uitgifte van deze kaart is in handen gelegd van een stichting, waarvan het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van de journalistiek. Ingaande 1 januari 1988 is de landelijke politieperskaart gesplitst in een genummerd perslegitimatiebewijs en een daaraan gekoppeld en genummerd persherkenningsteken.
De ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken hebben het model van beide kaarten bij beschikking vastgesteld. De beslissing over de erkenning van deze kaart ligt, voor wat betreft de korpsen van de toenmalige gemeentepolitie, bij de betrokken burgemeester. De ministers bevelen deze erkenning dringend aan. De minister van Justitie heeft als beheerder van het toenmalige Korps Rijkspolitie de kaart erkend.

De kaart legitimeert de houder ervan als professioneel journalist. Met het oog op de betekenis van de journalistiek voor de realisering van de vrijheid inlichtingen te verzamelen en door te geven wordt veelal aan journalisten toegang verleend tot plaatsen, die voor anderen ontoegankelijk zijn, bijvoorbeeld afgezette gedeelten van de openbare weg. Daarbij dient de journalist op verzoek zijn politieperskaart te tonen.