Wim van der Ende
Mijn fotobio
Op jonge leeftijd begon ik te fotograferen. Ik was 8 jaar oud toen ik mijn eerste camera kocht: een Ilford Sportsman. Het geld voor het toestel had ik zelf verdiend met aardbeien plukken; f 0,25 per kg. bij de plaatselijke teler. Ik maakte foto’s, in de tuin, in het dorp, langs de Maas. De foto’s liet ik afdrukken; best duur toen.
Op de middelbare school kreeg ik meer fotovrienden. Geld en gelegenheid om zelf af te drukken hadden we niet. Er was ook niemand, en wij kenden niemand, die ons zou kunnen helpen. Na het gymnasium koos ik voor de studie Sociale Geografie in Utrecht. Het doka-werk kwam tot ontwikkeling. In een gemeenschappelijk gebruikte doka begon ik met films ontwikkelen en afdrukken, een grote ontdekkingstocht.
Vraag naar foto’s van mijn hand van het studentenleven en studie excursies nam snel toe. Mijn eerste tentoonstelling, grote foto’s opgeplakt op spaanplaat, hingen in een nieuwe bistro. Ik experimenteerde volop, was een echte autodidact. Achteraf gezien heeft dit uitproberen veel te veel papier, tijd en geld gekost, maar mij leverde het veel ervaring op, ook persoonlijk.
De grote doorbraak kwam met mijn schoonvader Albert Mostert, een bevlogen amateurfotograaf; ik mocht zijn doka gebruiken. Hij was lid van de NAFV, een fotografenvereniging in Amsterdam, In zijn spoor ging ik mee naar clubavonden. Hier kwam ook mijn werk “op de plank” te staan, de leden leverden commentaar op je foto. Ik leerde veel van deze specialisten in verschillende technieken. Tips vlogen mij om de oren. Mijn werk ging met sprongen vooruit.
In mijn eerste baan na de studie was er best vraag naar foto’s. Tijdens veldwerk, excursies en studieprojecten fotografeerde ik rond de onderwerpen van de veldstudies. Deze periode bleek veel sturing te geven aan het onderwerp van mijn fotografie: het Nederlandse landschap als omgeving waar mensen wonen en werken. Vooral de oude cultuurlandschappen kregen gaandeweg mijn voorkeur. Historische landbouw zet stempels in de landschappen. Zo kleeft er eigenlijk aan elk beeld een verhaal. Mijn fotografie bleek inzetbaar voor publicaties op het terrein van wetenschap, landbouw en natuurbeheer-, recreatie- en cultureel erfgoed.
Fotografie voor wandelpaden, fietsroutes en streekgidsen, waren “de krenten in de pap” van de fotograferende geograaf.
Vanaf 1988 ben ik als zelfstandig fotograaf gevestigd. Mijn netwerk ontwikkelt zich dan op een breed maatschappelijk terrein: bestuur en politiek, gezondheidszorg, ruimtelijke wetenschap, recreatie, landbouw en industrie. Bruiloften, partijen geef ik door aan collega’s. In de afgelopen dertig jaar zie ik mijn foto’s terug in talloze commerciële producties en publicaties. Naast dit alles is het Pieterpad vanaf 1980 al een continue factor.
Na 10 jaar als beroepsfotograaf nodigen collega-fotografen mij uit lid te worden van GKf, een vereniging van beroepsfotografen. Een mooie mijlpaal voor een autodidact. Hier tref ik collega’s met wie de gesprekken over fotografie voor mij voedend zijn.
Uiteindelijk heb ik als fotograaf en publicist mijn pensioenleeftijd bereikt. Fotografie heeft mij altijd voldoening geschonken. In mijn woorden: “Ook al is een opdracht nog zo slecht georganiseerd of betaald, als ik eenmaal een camera in mijn handen heb, voel ik me in mijn element”. Dat is mijn passie. Dus is er geen sprake van dat ik met pensioen ga! Dit is versie WIM 7.0.