Mariëlle Penrhyn Lowe
In haar werk overdenkt Mariëlle Penrhyn Lowe (1972) hoe, met het verglijden van de tijd, het leven zijn sporen in iedere persoon achterlaat. Zij overpeinst vragen zoals wat het nut is van het leven, en wat er overblijft van een leven dat is geleefd. Deze vragen en andere vormen de basis voor haar onderzoek naar vergankelijkheid en eenzaamheid, naar zelfbehoud en op onderliggend niveau, de dood.
Voor deze ‘fotografische overpeinzingen’ maakt Penrhyn Lowe vaak registraties van bestaande situaties die zij opvoert als onderwerp en metafoor. Meestal vindt zij deze situaties op afgelegen, langzaam vervallende locaties die duidelijk zijn gemarkeerd door de voortschrijdende tijd. Door deze situaties vast te leggen tracht zij die te behouden voor de toekomst. Andere keren ‘orkestreert’ zij doelbewust een nieuwe werkelijkheid met als doel een overpeinzing of inzicht weer te geven. Het is daarom en vanwege de thematiek dat Penrhyn Lowe aan veel van haar foto’s refereert als ‘‘levende vanitases’.